Meneer Wamsteker (heet in werkelijkheid anders) werd in 2011 getroffen door een beroerte, met hersenletsel tot gevolg. Het eerste jaar was meneer druk met revalideren, daarna probeerde hij thuis de draad weer op te pakken. Dat was zwaar. Door de gevolgen van het hersenletsel was hij arbeidsongeschikt en hij kon niet meer de man en de vader zijn die hij wilde. Het gezin stond onder druk en een echtscheiding leek onoverkomelijk. Dit alles deed hem veel verdriet en maakte hem onzeker en somber.
Zoektocht naar juiste ondersteuning
Het verhaal van meneer Wamsteker is niet uniek. De cliënten die ik zie, zijn vaak zeer te spreken over de revalidatiebehandeling. Maar de periode daarna ervaren ze als zwaar. Eenmaal thuis, zonder de steun van het revalidatiecentrum, blijkt voor sommigen het dagelijks functioneren mét de gevolgen van het hersenletsel een behoorlijke uitdaging. Hoe ga je om met alle veranderingen? De zoektocht naar de juiste ondersteuning hierbij is soms lang. Ik zie dan ook vaak een enorme opluchting als ik mensen kan vertellen dat ze in aanmerking komen voor het behandelprogramma Hersenz. Dat betekent dat ze hulp krijgen om te leren omgaan met de gevolgen van het hersenletsel. En niet alleen de cliënt zelf, ook de naastbetrokkenen. Voor hen kunnen de veranderingen immers ook ingrijpend zijn. Partners, kinderen en andere naastbetrokkenen worden dan ook zoveel mogelijk bij de behandeling betrokken.
Programma op maat
Hersenz is een behandelprogramma met verschillende modules die we op maat aanbieden. Meneer Wamsteker startte met twee modules in groepsverband: ‘Omgaan met Veranderingen’ en ‘In Beweging’. Nu vond meneer Wamsteker zichzelf niet zo’n ‘groepsmens’, toch wilde hij de groepsbehandeling wel een kans geven. Hij keek natuurlijk eerst de kat uit de boom, hij moest wennen aan de behandelaren en andere deelnemers. Maar, al snel raakte de groep vertrouwd en bleek hij de herkenning en erkenning in de groep prettig te vinden. Meneer Wamsteker leerde in de groep om niet alleen te kijken naar wat hij niet meer kan, maar ook naar wat nog wél kan. Dat hielp. Zijn verdriet en de somberheid verminderden en zijn zelfvertrouwen nam langzamerhand wat toe.Meneer Wamsteker kreeg ook individuele behandeling, waar ook zijn vrouw en zijn zoon bij betrokken werden. Zoon Pieter had bijvoorbeeld veel moeite met de soms boze reacties van zijn vader. De behandelaar kon hem uitleggen wat hersenletsel met zijn vader doet, daardoor snapt Pieter zijn vader nu beter. Dat is belangrijk.
Familie betrokken
Ook de communicatie tussen meneer en mevrouw Wamsteker was een belangrijk onderwerp van de individuele behandeling. Daar leerden ze beiden van. Mevrouw Wamsteker nam ook nog deel aan de module voor naastbetrokkenen. De laatste jaren had zij als vanzelf de rol van ‘mantelzorger’ op zich genomen. Ze merkte dat de relatie met haar man daardoor niet meer gelijkwaardig was. Mevrouw leerde om naast haar man en zoon, ook zichzelf goed te verzorgen en om zaken wat meer los te laten. Hierdoor ontstond ruimte, onder andere om twee keer in de week even alleen te wandelen.
Terugkijken op behandeling
Inmiddels is het behandelprogramma van meneer Wamsteker afgerond. En ja, ze zijn nog bij elkaar. Tijdens het evaluatiegesprek blikten ze samen met de behandelaren nog even terug op de start van de behandeling. Wat heeft meneer Wamsteker de afgelopen periode hard gewerkt! Het is mooi te zien wat het effect hiervan is, voor meneer Wamsteker zelf, maar ook voor zijn vrouw en voor Pieter. De sfeer binnen het gezin is beduidend beter geworden. De samenwerking binnen het behandelteam heeft meneer Wamsteker als prettig ervaren. Hij beleefde het als één behandeling, ondanks het feit dat de behandeling door meer behandeldisciplines is geboden.
“Ik vind dat een groot compliment, want het is precies wat we binnen Hersenz hopen te bereiken: samen, met elkaar de cliënten en naasten verder op weg helpen in het omgaan met de gevolgen van hersenletsel. Zodat ze echt verder kunnen.”
Nina Willems is gedragsdeskundige bij Middin.